inicio • fundacion • actividades • coleccion de arte • actividades • contacto • Jan & Pepa

 

Jan van Eden

fam - family

 

Correspondentie - vader en moeder van Eden

brieven van mijn grootvaders Jan Gerrit van Eden en Willem Bolding

31 augustus - 6 september 1939

 

Mijn vader werkte in deze periode in Duitsland. Hij werkte op een consulair arbeidsbureau van de Nederlandse regering in Oberhausen. Mijn moeder woonde in hun eerste huis te Krommenie en was bezig met het voorbereiden van een verhuizing naar Arnhem, om dichter bij Kees te zijn.

Achtergrond

Op 23 augustus 1939 sloten nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie het Molotov-Ribbentroppact dat een non-agressieverdrag was waarin de twee landen afspraken elkaar niet aan te vallen, en dat ook niet te doen als een van beide door een derde land zou worden aangevallen. Op 31 augustus 1939, omstreeks 20.00 uur, startte Operatie Himmler en overmeesterde het SD-Sonderkommando een Duits radiostation. Het SD-commando stuurde een radiobericht de ether in met de melding dat de strijd tussen Polen en de Duitsers was aangebroken.

Een onderdeel van de Poolse invasie was een manteloperatie waarbij moest blijken dat Polen de agressor was die Duitsland binnenviel, een zogenoemde operatie onder valse vlag, en Hitler een politieke aanleiding had om op zijn beurt Polen binnen te vallen met zijn divisies. Een SD-Sonderkommando werd gevraagd een overval op het plaatselijke radiostation uit te voeren waarbij de actie de indruk moest wekken dat de agressiedaad door het Poolse leger is uitgevoerd.   Müller, het hoofd van de plaatselijke Gestapo, kreeg de beschikking van twaalf tot dertien veroordeelde misdadigers, die de codenaam Konserven kregen. De Konserven zou men ombrengen met een dodelijke injectie, verkleden in Poolse uniformen en doorzeven met kogels om zo de indruk te wekken van een Poolse confrontatie met Duitse soldaten. Hierdoor kon de nazi-propagandadienst de buitenlandse pers overtuigen dat het de Polen zijn die de Duitse grenzen niet respecteren. De geheime opdracht kreeg de codenaam Operatie Himmler. Groot-Brittannië en Frankrijk verklaarden op 3 september 1939 de oorlog aan nazi-Duitsland waarna een militaire escalatie ontstond die later zou gekend worden als de Tweede Wereldoorlog.

 

De emotionele correspondentie tussen mijn moeder en grootouders in Nederland en mijn vader in Duitsland, reflecteerd de dramatische politieke ontwikkeling van vrede naar oorlog. Wat mij persoonlijk ontroerde, was de duidelijke keuze van mijn moeder. Zij wilde dat mijn vader terugkwam naar Nederland en als hij dat verzoek niet kon inwilligen, dan zou zij met hem meegaan naar Oberhausen om tezamen het leven en het levensgevaar te delen. Enkele jaren later kijkt mijn vader met dankbaarheid terug op de beslissing uit Duitsland te vertrekken en hij schrijft in zijn dagboek "Waarom kon ik in September 1939 tegen de ambtelijke bestemming in van Oberhausen (Rhld) naar Arnhem worden overgeplaatst, waardoor ik 71/2  [zeven en een half] maand concentratiekampleven ontging?"

 

 

Krommenie, 6 Sept. 1939 

Lieveling,

Zo pas je brief gekregen die me een hartklopping bezorgde. M’n  hart bonst. Dit gaat te ver. Ik leef in zenuwspanning. Je maakt me gek als je dit langer dan tot zaterdag voort laat duren. Ik wil absoluut dat jeterugkomt. Als je van plan bent Zondag of Maandag weer terug te gaan, kom je maar niet. Iedere dag staat je leven op het spel. Als je er levend vandaan komt is onze toekomst cerzekerd, maar als je er niet levend vandaan komt, wat dan? Jij mag dit risico niet op je nemen. Wat moet ik als jou een bom treft. Houd je nog wel rekening met mij? Denk je soms dat je geen gevaar loopt? Wat dacht je dat ik wat ik hier in Krommeniedijk deed? Iedere minuut leef ik in angst. ‘s Nachts kan ik niet slapen, overdag huil ik. Wou je me zo maar door willen leven! Trek jij je daar niets van aan? Hoe lang dacht je dat ik dat nog vol kon houden? Net zo lang als de minister jou daar blieft te houden? Als je me dood wil tergen moet je zo doorgaan. Ik vebied je daar langer te blijven! Ik zal het nooit met je eens worden. Het is voor mij zo geen leven. Ik raak op van de zenuwen.

Morgen komt moeder hier. Ik ga niet meer naar Heiloo. Dacht je dat ik rustig naar Heiloo kon fietsen, rustig eten kon koken enz. Als jij ij doodsgevaar verkeert? Het is oorlog, ieder ogenblik mogen ze je treffen, dood maken. Nu kan je nog weg, als het te laat is, verwijt men je blijven daar.

Ik ben je vrouw en eis m’n rechten op jou. Als jij het niet inziet, ik wel. Dit heeft heeft juist te maken met de toekomst. Ik vergooi niets. Ik red je leven. Je hoeft Zaterdag niet te komen als je weer terug wilt. Doe je dit toch dan is onze verhouding gebroken.Als je me dit vreselijke aandoet, geloof ik niet meer in je liefde. Je moet niet denken dat je me Zaterdag om kunt praten, ik blijf bij mijn besluit. Als je komt laat ik je niet meer los. Je weet niet hoe ’n vreselijke week ik hier doormaak. Nooit zal ik je weer in zulke omstandigheden laten gaan. Als je toch komt en weer gaat, ga ik mee. Ik ben ook niet bang om naar Duitsland te gaan. Voor jou is het niet zo erg als voor mij. Jij bent er bij en weet precies wat er gebeurt. Als jij rustig op het kantoor bent denk ik dat je ligt te sterven ergens. Iedere minuut leef ik in angst. Voel je dit niet? Wil je mij in de Heerenberg hebben. Ieder heeft het recht om een bom op je te werpen. Wat doe je in een oorlog voerend land? Zou de minister er zelf  gaan zitten? Kees ik hoop dat je me begrijpt. Steeds heb je nog mijn oordeel gevraagd. Gaat dit nu zo maar. Denk je alleen aan toekomst? Denk je nog aan mij? Je vader kwam hier net. Ik heb hem gesmeekt je te schrijven dat je onmiddelijk terug moet komen. Dit is voor mij toch geen leven, ik ben nog liever dood. Je zegt tegen Katma dat je vrouw niet langer alleen kan onder deze omstandigheden. Ik reken er op dat je terug komt. Nogmaals: ik laat je niet meer alleen gaan. Ik klem me aan je vast en laat je niet meer los. Als je niet komt is er iets kostbaars gebroken dat nooit meer goed te maken is.

M’n koffer zal ik pakken, ik ben ook niet bang voor gevaar. Als er wat gebeurt wil ik er bij zijn. Zo moedig is jouw daad niet, denk dat niet. Ik heb er geen eerbied voor. Alles voor de toekomst? Ik had niet gedacht dat je daar mijn geluk voor op het spel zou zetten. Dit doe je nu. Ik kan het me nog niet indenken, dat je me zo schrijft. Ik hoop dat je het nog ongedaan kunt maken, ik kan zo niet langer leven.

Jouw Guus

P.S.

Moet ik het ogenblik vervloeken dat ik met jou getrouwd ben? O lieveling, geef me rust, waarnaar ik snak. Kan alleen de dood mij nog uitkomst brengen? Het is zo vreselijk, vreselijk, God. Kom in godsnaam terug naar Kr’nie en blijf. Ik ben het niet meer met je eens. O schat, help me toch.

 

 

[39 G&C notitie] Notitie van mijn vader gemaakt in de jaren 60 op de envelop waarin hij de documenten bewaarde, betreffende de critieke situatie, waarin zijn vertrek uit het Rijksconsulaatschap Sociale zaken in Duitsland in 1939, zou kunnen worden gezien als desertie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De meest dramatische brief van mijn moeder Guus aan mijn vader Kees, die hem smeekt om terug te komen. (6 september, dat is drie dagen na de oorlogsverklaring van Frankrijk en Engeland aan Duitsland). Transcript hierboven.

[39 Guus 6 sept]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achterzijde van de brief van Guus d.d. 6 September 1939

[39 Guus 6 sept -achter]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op deze 6de September schreven mijn grootvaders brieven aan Kees in Oberhausen met eenzelfde verzoek om terug te keren:

 

 

 

 

Brief van Jan Gerrit van Eden aan zijn zoon Kees op 6 September 1939

[39 G&C 6 sept - Jan Gerrit]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achterzijde brief van Jan Gerrit van Eden aan zijn zoon Kees op 6 September 1939

[39 G&C 6 sept - Jan Gerrit 2]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Brief van Willem Bolding aan zijn schoonzoon Kees d.d. 6 September 1939

[39 G&C 6 sept - Willem Bolding]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achterzijde brief van Willem Bolding aan zijn schoonzoon Kees d.d. 6 September 1939

[39 G&C 6 sept - Willem Bolding 2]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De oorlog kwam toch nog onverwacht, wat blijkt uit de eerste zinnen uit een brief van mijn moeder Guus, d.d. 31 Augustus 1939: " Zojuist hoorde ik over de radio dat er Vrijdag en Zaterdag geen treinen lopen in Holland. Wat een vervelende boel is dat nu! Bespottelijk gewoon, er is toch geen oorlog...."

 

 

Brief van mijn moeder Guus (in Heiloo) d.d. 31 Augustus aan mijn vader Kees (in Oberhausen), waarin zij kennelijk geen notie heeft van de komende oorlog.

[39 Guus 31 aug]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achterzijde brief Guus aan Kees, 31 Augustus 1939

[39 Guus 31 aug achter]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Back to family stories

 

 

 Copyright Fundación van Eden-Santolaria
For problems or questions regarding this Web site contact vanes@fundacionvanes.org.es